Alarmtellingen 2019 starten!
Morgen starten onze nazorgers met het tellen van alarmerende ouderparen van de weide vogels, we noemen dat de alarmtellingen. Hierbij wordt gekeken welke oudervogels nog kuikens hebben, aan de hand hiervan kan bepaald worden wat het broedsucces is in een bepaald gebied. De periodes voor de alarmtellingen worden ieder jaar bepaald aan de hand van de piek in de eileg van de grutto’s. Pas als die piek achter de rug is, kunnen we gaan rekenen.
2019 leek een vroeg seizoen te worden, met een eerste kievitsei op 28 februari. De eerste pullen van de kievit werden al op 8 april gemeld. Het weer bleef eerst warm, maar regen bleef uit. De droogte vormde een bedreiging voor die eerste kuikens. Later werd het vooral in de nachten weer behoorlijk koud. Veel grutto’s leken de eileg uit te stellen. De piek in meldingen is hierdoor ook niet vroeger gekomen dan vorig jaar, toen we een laat voorjaar hadden. De periodes voor alarmtellingen vallen daardoor ook vrij laat.
Hieronder staan voor onze nazorgers de periodes voor de drie alarmtellingen van dit jaar. Een paar opmerkingen hierbij:
· Bij het alarmtellen tellen we niet het aantal individuele vogels, maar de aantallen alarmerende ouderparen! Vijf alarmerende grutto’s komen hierdoor neer op drie alarmerende ouderparen. Vul het getal drie in.
· Vanaf het moment dat er geteld kan worden, gaat op de app het blokje alarmtelling aan. Deze optie staat vanaf dat moment bij de keuze nest/broedpaar/waarneming.
· De periodes duren allemaal 8 dagen, binnen die week zijn jullie vrij om de alarmtelling te organiseren. Zorg er wel zo veel mogelijk voor dat binnen een bepaald gebied (omringd door natuurlijke barrières als kanalen, bebouwing en bos) op één moment wordt geteld, dit om dubbeltellingen en/of missers te voorkomen. Spreek dit waar mogelijk af met jullie buurwachten!
· Het is in de app ook mogelijk om een nultelling in te voeren. Zijn er in een telgebied geen broedparen (meer) aanwezig, vul dan bij ‘grutto-alarmtelling-broedparen’ 0 in. 1x per telgebied is voldoende. Op die manier is duidelijk dat er wel iemand geweest is om te tellen, maar dat er geen vogels waren op dat moment. Dit is belangrijk voor de collectieven, omdat er anders wordt gedacht dat er niet geteld is door de wacht.
· Probeer op pad te gaan met goed weer om de vogels niet te veel te storen tijdens koude of natte dagen.
· In gebieden waar 15 juni-beheer ligt, is het verstandig om de 3e telling voor de 15e te doen, zodat bij het maaien (of uitstellen daarvan) nog rekening met de uitslag kan worden gehouden.
· De vogelwachten op de eilanden hebben afwijkende data voor het alarmtellen gekregen, omdat het seizoen daar flink later begint dan op ‘het vaste land’.
· Tot slot: Tel vooral in de telgebieden, voor deze gebieden hebben we het contract met KBF over de vergoeding. Voor ons eigen gebruik (om een overzicht van heel Fryslân te hebben) krijgen we ook graag de tellingen van buiten de telgebieden, maar hiervoor hebben we geen contractuele verplichting. Mocht het niet lukken om in alle telgebieden de bemensing rond te krijgen, trek dan snel aan de bel bij jullie gebiedscoördinator, dan kunnen we proberen om voor vervanging te zorgen!